Afghaans onderzoek naar bombardement ziekenhuis AzG

De Afghaanse president Ashraf Ghani heeft een eigen team samengesteld dat het Amerikaanse bombardement op een ziekenhuis van Artsen zonder Grenzen (AzG), waarbij 22 mensen om het leven kwamen, onderzoekt. Volgens persbureau AP is er niets gezegd over een onafhankelijk onderzoek, waar AzG om heeft gevraagd.

Het team bestaat uit vijf mensen, onder wie het voormalige hoofd van de Afghaanse veiligheidsdienst Amrullah Saleh. Het team moet verantwoording afleggen aan de president.

Onderzocht moet worden wat er precies mis is gegaan. Volgens het Amerikaanse leger hadden de Afghaanse grondtroepen om een bombardement gevraagd. Vervolgens werd het ziekenhuis geraakt door de aanval, die ongeveer een uur hebben geduurd en het hoofdgebouw van het ziekenhuis heeft vernietigd. Twaalf medewerkers en tien patiënten kwamen om.

Het is onduidelijk of het ziekenhuis nu per ongeluk werd geraakt. Volgens een verklaring zou er vanuit het ziekenhuis zijn geschoten naar de Afghaanse regeringstroepen. Volgens een andere verklaring zouden de rebellen in de omgeving van het ziekenhuis hebben gezeten. AzG accepteert de verklaringen niet.

De Amerikaanse president Obama heeft inmiddels excuses aangeboden en toegezegd dat het Amerikaanse leger het bombardement nader onderzoekt. Artzen zonder Grenzen wil een onafhankelijk onderzoek. De humanitaire organisatie wil hiervoor het in Zwitserland gevestigde International Humanitarian Fact-Finding Commission (IHFFC) inschakelen.

Deze commissie bestaat uit diplomaten, juristen, artsen en enkele voormalige legerofficieren uit negen Europese landen, waaronder Groot-Brittannië en Rusland. De commissie werd opgericht in 1991 na de Eerste Golfoorlog, maar werd nog nooit ingeschakeld. Artsen zonder Grenzen heeft de 76 landen die de commissie erkend hebben een brief gestuurd om deze in te schakelen voor het onderzoek. De commissie kan worden ingeschakeld door een van die landen, maar de aanvraag moet ook worden onderschreven door de VS en Afghanistan. Die twee landen hebben de IHFFC echter niet erkend.